Poker Spelregels

Er zijn enorm veel varianten op het pokerspel. Hier kun je spelregels vinden van de meest gespeelde variant, namelijk het Texas Hold’em. Deze variant kun je spelen met twee tot tien spelers aan één tafel. Als je Texas Hold’em speelt, dan speel je niet tegen de bank maar tegen je medespelers. Afhankelijk van het type spel (toernooi of cash game) zul je of medespelers uitschakelen en voor de prijzenpot gaan, of geld verdienen door gewoon van spelers te winnen (waar telkens nieuwe spelers voor in de plaats komen). We schetsen het verloop van het spel aan de hand van vijf verschillende stappen. De eerste stap vertelt over het doel van het spel. De tweede stap gaat over het spelverloop, terwijl de derde stap het spelverloop uitlegt. Stap vier gaat over het inzetten en in de vijfde stap zullen we een voorbeeld laten zien. Als je dit hebt doorgelezen dan weet je hoe de basis van poker in elkaar steekt en kun je zelf aan het oefenen gaan.

Doel van het spel

Je kunt twee typen spellen spelen: toernooien en cash games. Bij toernooien is er een maximum aantal spelers en is het de bedoeling dat jij als laatste overblijft. Er wordt aan (meerdere) tafel(s) gespeeld met een maximum van tien personen. Elke speler heeft een bepaald aantal chips, de ‘stack’. Als een speler zijn gehele stack kwijt is, is hij uitgeschakeld in het toernooi. Op deze manier vallen steeds meer spelers af en blijft de winnaar over. Bij cash games speel je op dezelfde manier, maar als een speler dan zijn stack kwijt is kan hij daar ter plekke een nieuwe stack kopen. Er is geen einde aan het spel.

Het spel wordt op de volgende manier gespeeld: elke speler aan tafel krijgt twee dichte kaarten. Deze mogen alleen door de speler zelf gezien worden. Vervolgens worden er drie kaarten open op tafel gelegd. Dit heet de ‘flop’. Hierna wordt er een vierde kaart open gelegd op tafel, wat de ‘turn’ heet. En als laatste wordt er een vijfde kaart opengelegd, wat men de ‘river’ noemt. Er liggen nu dus vijf kaarten op tafel, terwijl elke speler twee kaarten in zijn hand heeft. Diegene die de hoogste combinatie van vijf kaarten weet te maken, wint de ronde (wat ook wel de ‘hand’ genoemd). Hierbij beslis je zelf welke van de zeven mogelijke kaarten je wilt gebruiken.

De handwaarden

Je moet dus de hoogste combinatie van kaarten hebben om de hand te winnen. Hieronder staat beschreven welke combinaties er zijn, op volgorde van laag naar hoog.

High card: je hebt de kaart met de hoogste waarde
One pair: je hebt twee dezelfde kaarten (twee vrouwen, twee koningen, etc.)
Two pair: Je hebt twee keer twee dezelfde kaarten (twee vrouwen & twee koningen, twee vijven & twee achten, etc.)
Three of a kind: je hebt drie dezelfde kaarten (drie azen, drie zessen, etc.)
Straight: je hebt vijf opeenvolgende kaarten (een, twee, drie, vier, vijf of acht, negen, tien, boer, vrouw)
Flush: je hebt vijf kaarten van dezelfde soort (vijf klaveren, vijf harten, vijf schoppen of vijf ruiten)
Full House: Je hebt drie plus twee dezelfde kaarten (drie koningen & 2 drieën, drie zessen & twee azen)
Four of a kind: Je hebt vier dezelfde kaarten (vier boeren, vier negens, etc.)
Straight flush: Je hebt vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde soort (klaver drie, vier, vijf, zes, zeven of harten boer, vrouw, koning, aas, twee)
Royal straight flush: je hebt vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde soort van de tien tot de aas (ruiten tien, boer, vrouw, koning, aas of schoppen tien, boer, vrouw, koning, aas)

Het spelverloop

Bij de variant Texas Hold’em is er één dealer. Deze deelt de kaarten namens elke speler. De speler die dealer is wordt aangewezen door aan het begin van het spel een high card te trekken. De speler met de hoogste kaart zal beginnen als dealer. De dealer wordt aangegeven door een ‘dealer button’. Zo weet iedereen wie er dealer is. Na elke hand verschuift de dealer button naar links, zodat elke speler aan de beurt komt. Voordat er kaarten worden gedeeld moeten de twee spelers links van de dealer een kleine inzet doen om te voorkomen dat er alleen maar met goede kaarten wordt ingezet. Mensen moeten worden gedwongen om in te zetten door middel van deze ‘blinds’. De speler direct links naast de dealer zet de ‘small blind’ in, de speler links van de small blind is verplicht de ‘big blind’ in te zetten. Deze is meestal twee keer de small blind. Hierna krijgt elke speler twee kaarten.

Als elke speler zijn kaarten heeft gezien mag hij beslissen of ze hun kaarten goed genoeg vinden om de waarde van de big blind in te zetten. Is dit het geval, dan moeten ze de big blind inzetten. Is dit niet het geval dan passen ze en leveren ze hun kaarten in bij de dealer. De speler links van de big blind mag dit als eerste zeggen, vervolgens gaat dit proces met de klok mee tot men weer terug is bij de big blind. Er is een aantal spelers over aan tafel die nog meespelen voor de pot die nu op tafel ligt. Nu komt de flop op tafel. Vervolgens komt er een inzetronde. Na deze tweede inzetronde komt de turn op tafel, waarna de derde inzetronde volgt. Na de derde inzetronde wordt als laatste kaart de river op tafel gelegd, waarna de laatste inzetronde wordt ingezet. Als deze geweest is volgt de ‘showdown’: allen spelers die nog meedoen voor de pot laten hun kaarten zien. De speler die met de vijf kaarten op tafel en zijn eigen twee kaarten de beste combinatie van vijf kaarten weet te maken wint de pot.

Het inzetten

In elke hand wordt er om de pot gespeeld. Daarin zit het geld wat gedurende de hand door de verschillende spelers wordt ingezet. De minimale hoogte van de pot is de small blind en big blind bij elkaar opgeteld, omdat dit de verplichte inzetten zijn. Nadat deze blinds zijn ingezet is de speler links van de big blind aan de beurt, daarna gaat de beurt met de klok mee. Als een speler aan de beurt is heeft hij enkele mogelijkheden:

Fold: je past en levert je kaarten in. Ze zijn niet goed genoeg om mee te spelen en je doet in deze hand niet meer mee voor de pot
Bet: Je vindt je kaarten goed genoeg om mee te spelen. Je bent de eerste van de inzetronde die dit vind en zet een bedrag in.
Call: als iemand voor jou al heeft ingezet, dan kun jij beslissen of jij je kaarten goed genoeg vind om mee te spelen. Is dit het geval, dan zet je even veel in als de inzet.
Check: als er nog niemand heeft ingezet en jij bent aan de beurt kun je besluiten om te checken. Je vindt je kaarten nog niet goed genoeg om te betten, maar je wilt ook nog niet folden. Je zegt hiermee dat je nog wel meedoet maar dat je niks inzet.
Raise: iemand heeft ingezet als jij aan de beurt bent. Jij vind jouw kaarten meer waard en verhoogt de inzet. Dit heet een raise. Als iemand jouw verhoogde inzet opnieuw verhoogt heet dat een re-raise.
All-in: als je de hele stack die je nog over hebt inzet, heet dat all-in gaan.

Een voorbeeld

Je zit met zes spelers aan tafel. Jij zit links van de dealer en zet dus de small blind in. Nadat de speler links van jou de big blind heeft ingezet worden de kaarten door de dealer gedeeld. De speler links van de big blind bekijkt zijn kaarten eens en besluit te folden. De twee spelers na hem vinden hun kaarten goed genoeg om de big blind in te zetten en callen dus. De beurt is weer terug bij de dealer, die ook besluit te folden. Jij vult jouw small blind aan totdat je de waarde van de big blind hebt ingezet, en de speler die de big blind heeft ingezet vind zijn kaarten ook goed genoeg (hij checkt dus, zijn big blind ligt er immers al) De eerste inzetronde is achter de rug en er zijn vier mensen over. De pot bedraagt vier keer de big blind. De dealer draait nu de flop. Hierna is de speler links van de dealer als eerste aan de beurt, dat ben jij. Jij vindt je kaarten erg goed en bet €50. De speler van de big blind vind zijn kaarten dit niet waard en fold. De overige spelers callen je en gaan mee. Na de tweede inzetronde is klaar en er zijn drie spelers over. De pot is gegroeid. De turn komt op tafel. Jij hebt nu een zeer sterke combinatie en bet weer. De speler na jou is echter ook zeer zeker van zijn zaak en raised jou. De derde speler vindt zijn hand te slecht om nog een keer bij te zetten en fold ook. Jij denkt dat je betere kaarten hebt dan de andere speler: je re-raised hem. Hij callt jouw re-raise en de river komt op tafel. Jij bent weer als eerste speler na de dealer aan de beurt en besluit all-in te gaan. Jouw tegenspeler callt. Zijn stack is even groot, dus jullie zijn beiden all-in. Het is nu tijd voor de showdown. Jullie laten beiden je kaarten zien en het blijkt dat hij een straight heeft. Dit is een redelijk hoge combinatie, maar met de twee ruiten in je hand en 3 ruiten op tafel heb jij een flush! Jij hebt de hoogste combinatie en wint de hand. Je schakelt je tegenspeler uit en een nieuwe ronde begint. Jij krijgt de dealer button en de nieuwe blinds worden ingezet. Een nieuwe hand is begonnen, waarin jij een stuk rijker bent!